Een sombere zucht hangt zwaar op mijn eenzame hart Ik verlang naar bekoring Doch laster en smaad zijn mijn deel Zij die mij tarten – zij die op tronen gezeten Bemind, gekroond, oordelen mij een paria En aldus is de vurige onderdrukking van mijn wezen gerechtvaardigd Welk onrecht heb ik begaan dat ik dit verdien? Ik zucht onder het juk van smaad en ga gebukt Onder een nimmer aflatende stroom van verwijt Oh! hoezeer ik smacht naar rust Dat ik hun hoongelach niet meer horen zal Elke blik naar mij is een roestige spijker in mijn vlees Elk woord is als bijtend zuur Elke vorm een vijand Zulks is de waanzin in mijn hoofd Een kanker daar geplant door het gluiperige vuil Dat zijn tekorten op mij botvierde Mijn wezen is voorwaar mislukt Het is beter niet te zijn dan nog een uur, nog een dag Een leven lang hun marteling te moeten ondergaan Kwalijke herinneringen kwellen mijn ziel Getergd door trauma vol venijn Verketterd door vuige laster Folteringen en terreur door zij die mij tarten Jaren van mishandeling en spot De hoon en minachting heeft mijn ziel vermoordt Ik heb niets meer dan de scherven van mijn onschuld en de tranen De gesel van mijn falend bestaan Langzaam stierf in mij de hoop in het goud En het verlangen naar de zonTeksty umieszczone na naszej stronie są własnością wytwórni, wykonawców, osób mających do nich prawa.