Vroeger heel vaak, voor het slapen gaan. Ging mijn vader, voor het venster staan. En dan wees hij mij de sterren, de planeten en de maan. "Kijk dan jongen, venus" zei mijn vader. "En dat daar, dat is de grote beer. En daar die ene, kom hoe heet ie ook alweer?"
Een keer ook weer voor het slapen gaan, bleef mijn vader daar nog even staan. En toen zei hij er zijn sterren, die al ang niet meer bestaan. "Kijk dan jongen daar zo," zei mijn vader. "tussen venus en de grote beer, zie je daar die ene, nou wie weet, is ie er niet meer."
Nu nog heel soms voor het slapen gaan, ga ik nog even voor het venster staan. En dan denk ik aan mijn vader, hoe het met hem is gegaan. Toen die avond met die sterren. Die allang niet meer bestaan. Wist mijn vader toen al dat ie dood zou gaan?
Ergens tussen venus en de grote beer, staat een ster die, al bestaat hij dan niet meer. Nog heel goed is te zien en wie weet misschien is die ster...
Tussen venus en de grote beer, wel mijn vader, die al leeft hij dan niet meer. Daar aan de hemel is te zien. Wie weet misschien... misschien... misschien... misschien...Teksty umieszczone na naszej stronie są własnością wytwórni, wykonawców, osób mających do nich prawa.