wanneer den mist doemt over de velden hoor ik in de verte een macaber geluid tis de stormklokke die luidt snel haast ik mij naar min erf
ik zie de rookpluim al den roden haan kraait al op min hus ik vervloek den baljuw den laffen haas
min dochter bezoedeld min vrouw de kele over en haar voeten verbrand als een verken geslacht
dit alles voor wat zilverlingen wat vorken, een kruisbeeld waarom? Godverdoemd ik vervloeke de bokkeriejers dat ze branden in d'helle
nooit vergeet ik het geluid van die galmende klokke nooit vind ik nog rust waar zijn die rabauwen? ik dwaal rond zoals het geluid... van die galmende klokke! Teksty umieszczone na naszej stronie są własnością wytwórni, wykonawców, osób mających do nich prawa. |
|